De patrijs nog op industrieterreinen

De patrijs hoort thuis in een kleinschalig landschap met houtwallen, bosjes en ruigten. In de traditionele weidevogelsgebieden in het oosten van ons land was deze soort vroeger talrijk. De biotoop ligt nu helaas vooral op nog onbebouwde industrieterreinen met middelhoog gras. Gras- en akkerland worden te intensief gebruikt. Het aantal plaatsen om te broeden en te fourageren daalt. Weinig kuikens worden volwassen en vliegvlug.

 

De patrijs komt uit de familie van de fazantachtigen. De patrijs heeft bruine vleugels en een witte buik en onderstaart dekveren. 

Jonge vogels hebben geen borstvlek en hebben veel weg van een kwartel en een jonge fazant, maar zijn groter. Het voedsel bestaat uit zaden, onkruiden, granen, bladeren van grassen en klaver en insecten.

 

Achteruit


De patrijs gaat vanaf 2000 in aantal achteruit in alle ongeveer 30 landen waar de soort voorkomt. Dat komt onder andere door een gebrek aan insecten en door het overmatige gebruik van pesticiden en herbiciden. Daarbij komt ook nog een afname van nestgelegenheid door de verschraling van het agrarische landschap, door intensieve landbouw en veeteelt, waarbij kleinschalige elementen als heggen, kruidenrijke overhoekjes en stoppelakkers verdwijnen. Jonge vogels en nesten verdwijnen in de maaiers in het broedseizoen. De achteruitgang is in Nederland goed onderzocht. De populatie halveerde de afgelopen jaren.

Foto's:
K.Pitk (Wikipedia) en Marek Szczepanek, CC BY-SA 4.0 via Wikimedia Commons