Geen best jaar 2024
Helaas beste weidevogelvrijwilligers was 2024 geen best jaar voor onze weidevogels. Die conclusie kunnen we wel trekken voor ons werkgebied.
Slechts 50,4 % van de gevonden eieren zijn uitgekomen. Minder jonge wulpen werden vliegvlug dan het jaar er voor, Onze lokale resultaten zijn slechter dan de landelijke resultaten voor de weidevogels. Twente doet het niet goed. Deze cijfers verklaren ook waarom we steeds minder weidevogels zien. Om de populatie in stand te houden (dan spreek ik nog niet eens van toename) is het nodig dat het uitkomst percentage rond de 70 % moet liggen en dat komt neer op, per broedpaar minimaal 1 jong dat het eerste jaar overleeft.
Nu weten we allemaal dat het ene jaar het andere niet is en dat het wel vaker voorkomt dat we een slecht weidevogelseizoen mee maken. Weidevogels hebben het in heel Nederland moeilijk met uitzondering van een paar gebieden met echt weidevogelbeheer. Dit heeft meerdere oorzaken en dat maakt het ook zo complex en moeilijk om de weidevogels goed te beschermen.
Het landbouwbeleid, maaien en intensief bemesten, de kunstmatige waterstand op de akkers en weilanden, de dramatische achteruitgang van het aantal en soorten insecten in de akkers en weilanden, de hoge predatiedruk en het klimaat. Alles bij elkaar zorgt ervoor dat de weidevogels niet opgewassen zijn tegen zoveel druk en veranderingen in korte tijd.
Oorzaken
Toch wil ik hierbij een paar oorzaken benoemen waar wij misschien wel iets aan kunnen
doen. De predatiedruk in ons werkgebied is met 31 % veel en veel te hoog. Deze is ook te
verklaren omdat Twente nu eenmaal veel bossen, hagen en struweellandschap kent. En
minder grote open akker en weilanden heeft. Dat maakt het als weidevogellandschap al
minder geschikt. Landelijk heeft ons land ook weinig ruimte voor natuur.
In ons werkgebied sluit agrarisch landschap dus veelal direct aan bij bos of struweel en
dient daardoor snel als overloop voor allerlei predatoren. Want waar moet je heen als vos,
das, wolf of marter als het bos steeds drukker en kleiner wordt?
Veilig
En zo worden de weilanden en de maisvelden die voorheen nog rustige en relatief veilige
gebieden waren voor de weidevogels steeds gevaarlijker en onzekerder om nog jongen
groot te brengen. Het is dus ook dringend noodzakelijk om samen met de jagers te zorgen
dat de predatiedruk lager gaat worden. Verjagen, afschot maar ook vastleggen. Wat gebeurt
er nu met de nesten?
Er wordt vaak naar de boer gewezen als grote bedreiging maar dat is niet de hele waarheid.
Ik denk dat de boeren gaan meehelpen aan de oplossingen voor het
behoud van de weidevogels.
In ons werkgebied is een tekort aan geschikte weidevogelgebieden. We zien gelukkig nog
wel weidevogels maar de aantallen nemen in de loop der jaren af. Het aantal jongen dat
groot wordt is te klein. Maar we zien gelukkig ook dat op een paar locaties de populatie zich
gelukkig stand weet te houden. Ze zijn beter geschikt voor weidevogels.
Voor het succesvol grootbrengen van de jongen zijn weidevogels ook van elkaars inzet
afhankelijk. Een paartje heeft het helemaal alleen heel zwaar om hun jongen te verdedigen
tegen de predatoren in de omgeving:, kraaien, reigers, ooievaars, buizerds noem ze maar
op.
Groter
Een semi koloniale groep weidevogels in geschikt kuikenland heeft een veel groter
broedresultaat dan die enkele paartje op een akker of weiland. En als wij onze weidevogels
op de lange termijn willen behouden zouden wij ons beter kunnen toeleggen op de gebieden
die wel geschikt zijn en qua ligging, ruimte en beheer voldoende jongen groot kunnen
brengen. Dat wil niet zeggen dat we andere gebieden maar links laten liggen, zeker niet.
Maar we willen wel meer focus op de gebieden waar de weidevogels meer
kans maken om succesvol te kunnen behouden.
Ondanks onze jarenlange inzet zien we helaas toch dat in de meeste gebieden in Hof van
Twente de aantallen weidevogels afnemen. Als we op dezelfde voet zouden doorgaan
houden we over een jaar of tien geen weidevogel meer over, omdat de populaties te klein
zijn, om voldoende jongen groot te brengen.
Het is dus noodzakelijk om op meerdere fronten actie te ondernemen.
Daar waar we invloed op kunnen uitoefenen dat ook doen:
- Gebieden vinden en aanwijzen als weidevogelgebied en in samenwerking met alle
partijen geschikt maken voor weidevogels voor de lange termijn.
- Samen met faunabeheerders de predatiedruk onder controle brengen.
- Gedegen monitoring en bescherming van nesten met faunadrone en vrijwilligers.
- Publiek kenbaar maken van onze inzet en onze resultaten.
Het weer seizoen 2024
2024 was qua weer een uitzonderlijk jaar. We kunnen vast allemaal wel herinneren hoe nat
en drassig de akkers en weilanden erbij lagen. Dat had natuurlijk ook zo zijn invloed gehad
op het broedresultaat van veel weidevogels. Veel eerste legsels van Kievit zijn verloren
gegaan, er waren te weinig insecten en was gewoon te nat en koud. De jongen
verhongerden of kwamen om door de kou.
Vogels die later broeden zoals de Grutto en Wulp hebben meer geluk gehad, voor deze
soorten was het seizoen eigenlijk niet zo slecht. De grond was nat genoeg en veel wormen
waren bereikbaar. En april en mei waren gelukkig ook niet heel koud of met strenge vorst.
Kuikens die later in het seizoen opgroeide (of tweede legsel) hadden gelukkig gunstige
omstandigheden. Dit zien we ook terug aan onze cijfers waar de Grutto en Wulp het relatief
gezien beter hebben gedaan dan de Kievit of Scholekster.
Het weer van het KNMI in de broedperiode februari tot en met mei 2024
Februari 2024. “Met een gemiddelde temperatuur van 8,2 ◦C tegen normaal 3,9 ◦C was het
de zachtste februari sinds het begin van de metingen in 1901. En Februari was zeer nat met
gemiddeld over het land 106 millimeter neerslag tegen een langjarig gemiddelde van 58
millimeter. De maand eindigt daarmee in de top vijf van natste februarimaanden sinds het
begin van de metingen. Op vrijwel alle dagen van de maand viel er regen. Op 6 en 7 februari
zorgde een overtrekkend front voor veel neerslag in met name het midden en zuiden van
het land.
Met gemiddeld over het land 52 uur zon tegen 92 uren normaal was de maand zeer
somber.”
Maart 2024 “In maart was het daarentegen een stuk beter In tegenstelling tot de natte tot
zeer natte voorgaande vijf maanden was maart met een gemiddelde neerslag van 46 mm
tegen normaal 53 millimeter droger dan normaal. Echter ook met gemiddeld over het land
52 uur zon tegen 92 uren normaal was de maand ook weer zeer somber. En qua
temperatuur was het een wisselvalige maand die warm begon en rond 25 maart toch nog
kort licht ging vriezen.” Al met al ook een wisselvalige en gure maand.
April 2024 “Met een gemiddelde temperatuur van 10,8 ◦C tegen 9,8 ◦C normaal was de
maand april als geheel vrij warm, de verschillen tussen de eerste en tweede maandhelft
waren echter heel groot. Met gemiddeld over het land (op basis van de automatische
weerstations) 82 millimeter neerslag tegen 40 millimeter normaal, was april een extreem
natte maand.
Mei 2024. “Met een gemiddelde temperatuur van 15,5 ◦C was mei ruim 2 graden warmer
dan het langjarig gemiddelde van 13,4 ◦C. Met gemiddeld over het land 128 millimeter
neerslag tegen een langjarig gemiddelde van 55 millimeter was het de natste meimaand
sinds het begin van de waarnemingen. Met gemiddeld over het land 211 uren zon tegen een
langjarig gemiddelde van 225 uur scheen de zon iets minder dan normaal. De warme
perioden aan het begin van de maand en van 9 tot en met 14 mei was er veel zon.
Eerste ervaringen met weidevogel faunadrone seizoen 2024
Als laatste sluit ik graag met een positieve ervaring af. De faunadrone die dit jaar voor het
eerst is gebruikt is zeer positief ontvangen. We hebben een leuke groep enthousiaste
faunadronepiloten en die werken goed samen met de andere vrijwilligers. Wat ik
zelf zo mooi vind in dit verhaal is de uitwisseling van ervaring en waarnemingen tussen de
nieuwe faunadronepiloten en de ervaren veldwerkers die al jaren met weidevogels bezig
zijn. Beide leren van elkaar en doen weer nieuwe ervaringen en waarnemingen op.
Dankzij de faunadrone inzet hebben we meer nesten kunnen lokaliseren en dus ook
kunnen beschermen. Bijzonder was de vondst van paar wulpennesten die je anders
waarschijnlijk niet gevonden had.
En dit jaar de inzet van de elektrische rasters bij de nesten van de wulp. Ook daar de eerste ervaringen mee opgedaan en dat is weer belangrijk voor het volgende seizoen. Komend jaar zullen we de inzet van de faunadrone beter gaan coördineren en vooral ook de opvolging van de nesten beter in beeld brengen, zodat we niet alleen de nesten vinden maar ook beter weten wat er uiteindelijk vliegvlug wordt.
Bent u ook alweer toe aan een nieuw seizoen? Met het geluid van Kievit, Wulp en Grutto
hoog in de lucht of vanaf een paaltje langs het weiland? Ik ben benieuwd wat het seizoen
2025 ons gaat brengen. Geniet er weer van. Want jongens is toch ook lekker even langs de
velden lopen en lekker buiten bezig zijn. Hartelijk dank voor de inzet en meldingen.
Tjeerd Ploeg
Voorzitter